Het Somergembos

Het Somergembos te Aalst strekt zich uit vanaf de Schietbaan tot aan het Kluisbos in Erembodegem. Het is gelegen in de vallei van de Somergembeek die ontspringt in de omgeving van het Kluisbos en uitmondt in het natuurgebied de Gerstjens. Met een totale oppervlakte van 14 hectare, werd deze langwerpige strook ingericht als stadsbos met aandacht voor natuur. Het is een open landschap met grasland, moeraszones en aanplantingen van inheemse boomsoorten. De beekvallei wordt omzoomd door rijen knotwilgen.

Begin vorige eeuw fungeerde de strook grasland langs de westzijde tot aan de Somergembeek als stort voor huisvuil. Bij aanleg van de nieuwe woonwijk werd een deel hiervan tot op het niveau van het bestaande woongebied afgegraven, maar de beekvallei bleef opgehoogd. Gedeelten ervan waren vroeger in gebruik als weide of hooiland.
Bij de vastlegging van het gewestplan werd dit gebied in de jaren '70 ingekleurd als woon-uitbreidingsbegied. De afbakening van het regionaal stedeljk gebied herstemde in de jaren '90 echter het woon-uitbreidingsbegied tot randstedelijk groengebied. Zo werd deze strook langs de Somergembeek gevrijwaard van bebouwing en kon de beekvallei behouden blijven.
Met de aanleg van dit groengebied werd gestart in de jaren '90. De leerlingen van enkele scholen uit de omgeving bebosten in 1994 een deel van het vroegere vliegveld, palend aan het Kluisbos en één van de zijarmen van de Somergembeek die werden ingebuisd bij de aanleg van het vliegveld werd weer opengemaakt.
De verdere inrichting van het natuurgebied startte in 2004 en werden o.a. de tweede zijarm van de beek opengemaakt en in het opgehoogde gedeelte de beek breder uitgegraven tot een grote waterplas, waarbij een deel van de oever, door de flauwe helling overgaat in moeras. Door de aanleg van een knuppelpad kan het waterleven ongestoord gevolgd worden.
Verder werden houtkanten aangelegd met zomereik, boskers en els, evenals struwelen met valse acacia en rode kornoelje. In een ander deel werd een hoogstamboomgaard geplant met oude soorten kersen, krieken, appels en peren, die hier oorspronkelijk voorkwamen in de jaren '20. Hoogstamfruitbomen hebben een sterke onderstam en zijn in staat om ziekten zelfstandig af te weren zodat ze niet moeten behandeld worden met chemische middelen, waardoor ze kunnen onderdak bieden aan veel insecten, wat dan weer goed is om vogels aan te trekken.
De stad realiseerde in het gebied een speelzone met houten toestellen en speelheuvels. Een wandel- en fietspad doorheen het gebied maakt de verbinding tussen de woonwijken.

Een aangepast beheer van de verschillende biotopen (moeras, bos, grasland, speelbos, hagen, boomgaard, beek) is gericht op het bevorderen van natuurlijke processen en verhoogt de verscheidenheid aan planten- en dierensoorten. Zo wordt het snoeilhout verwerkt in takkenrillen die de paadjes afbakenen in de beboste delen.

terug